Xeon WoodcrestDe kern van dit verhaal wordt echter gevormd door de Xeon 5100-reeks. De belangrijkste doelstelling die Intel zich gesteld heeft is het overtreffen van de Opteron-familie als het op prestaties-per-watt aankomt. Bij de claims die Intel hierover tot nu toe de wereld in gestuurd heeft, werden telkens alleen de gegevens van de processor zelf in de rekening meegenomen, maar critici zijn benieuwd of Intel alsnog de bovenhand zal halen als met de krachtige northbridge en de veeleisende FB-DIMM-modules rekening gehouden zal worden. Met uitzondering van het topmodel op 3GHz hebben alle chips uit de 5100-reeks een TDP van 65W meegekregen. Het 3GHz-exemplaar zal 85W verstoken. Onder zware belasting trekt een dual Xeon 5160-server naar verluidt ongeveer 250W, een uitstekende prestatie.
De Xeon Woodcrests beschikken over verschillende technologieën om energiebesparend te werk te gaan. Een daarvan is de Wide Dynamic Execution waarmee vier processen parallel uitgevoerd kunnen worden, waar dat er bij vorige modellen drie waren. Daarnaast is er ook in Demand Based Switching voorzien, waardoor de multiplier teruggeschakeld kan worden als de chip niet volledig belast wordt. Zo kan de standaardmultiplier van 9x verlaagd worden naar 6x om zo de chip op een klokfrequentie van 2GHz in plaats van 3GHz te laten werken. Aan deze technologieën werden enkele principes uit de Pentium M toegevoegd om Micro Ops te kunnen verwerken.
Natuurlijk dacht Intel niet alleen aan het energieverbruik, maar werd er ook aan de prestaties gewerkt. Advanced Smart Cache speelt daar een belangrijke rol in. Met dit principe kunnen twee cores een grotere L2-cache delen waardoor er efficiënter gecachet kan worden. Doordat gegevens slechts ¨¦¨¦n keer opgeslagen moeten worden in de universele L2-cache, wordt er aanzienlijk plaats bespaard. In theorie zou ¨¦¨¦n core zelfs de volledige L2-cache kunnen claimen als dat wenselijk mocht blijken. Verder is ook de Smart Memory Access ontwikkeld om optimaal gebruik te maken van de verbeterde L2-cache. Door deze SMA-technologie zal elke dualcorechip uitgerust zijn met acht prefetchers: per core twee prefetch-units voor data een een voor instructies, aangevuld met twee prefetchers als onderdeel van de universele L2-cache. Een sterkhouder voor Intel is altijd al de mediasector geweest. In coderingsbenchmarks met digitale media namen de Intel-processors steevast de leiding en het bedrijf is niet van plan daar verandering in te laten komen. Met Advanced Digital Media Boost wil Intel zijn voorsprong betreffende digitale media behouden en mogelijks zelfs vergroten.
Intel Xeon-logoEnkele vlugge tests lijken alvast een veelbelovende toekomst voor de nieuwste Intel-chips te voorspellen. Een nadeel dat daarbij wel aan bod komt maar evenwel niet van doorslaggevend belang is, is de hogere latency van het FB-DIMM-geheugen dat met de Woodcrest gebruikt wordt. Geïnteresseerden kijken dan ook vol verwachting uit naar AMD's antwoord op deze benchmarks en de nieuwe Xeon-technologieën.Overigens heeft de processorfabrikant al bekendgemaakt dat er op het moment van de lancering al meer dan tweehonderd systemen aangekondigd zijn die van de nieuwe processor gebruik zullen maken. Maar liefst 150 OEM-systeembouwers zijn met de server- en workstationchip aan de slag gegaan om er hun eigen machines om heen te bouwen en daarmee is de Woodcrest-Xeon een van de best geaccepteerde chips bij zijn lancering. Onder andere serverbouwers Rackable en SGI hebben hun eigen systemen aangekondigd om met de Xeon Woodcrest hun deeltje van de x86-markt te veroveren. Vanzelfsprekend is ook Dell van de partij met PowerEdge-servers en Precision-workstations. De workstations kosten hier minstens 1530 dollar, een server gaat bij de Texanen voor niet minder dan 1850 dollar over de toonbank. Verder zijn ook fabrikanten als Gateway en Supermicro van de partij, deze laatste zelfs met niet minder dan dertig verschillende systemen.
Fender heeft een gitaar in ontwikkeling die het oude pianola-concept weer nieuw leven inblaast, zij het met direct te downloaden riedeltjes in plaats van papieren rollen. De gitaar kan uitkomst bieden aan de muzikaal minder bedeelden die zich voor de taak zien geplaatst om 'live' te moeten spelen waar ze de mogelijkheid tot playbacken verwacht hadden, en kan ook een uitkomst zijn voor liefhebbers van gitaarmuziek die wel eens met iets anders voor de spiegel willen staan dan met een tennisracket. Voor gadgetfreaks is het vast ook aardig om voor gierende tot zompige gitaarmuziek op een achteloos in hoek staande Fender Telecaster te drukken in plaats van op de play-knop van de stereoinstallatie. Maar volgens Fender zijn er ook serieuzere toepassingen.
Centrino logo (klein) Fender heeft de voor de geluidsproductie van beperkt belang zijnde gitaarbody voorzien van een Hewlett Packard TC1100-tabletlaptop waarmee het oorspronkelijk uit 1950 stammende Telecaster-ontwerp met een 1,25GHz-processor up-to-date is gebracht is voor het muzikantenleven van de eenentwintigste eeuw. Zo kan de muzikant van het cybertijdperk volgens Fender tussen de nummers door e-mails versturen, op het internet zoeken naar inspiratie of vergeten akkoorden, of online controleren of alle royalties wel binnen zijn. Maar de gitaar kan ook gebruikt worden om geniale vondsten die onderuitgezakt spelend in de tourbus het levenslicht zien, naar de studio of de producer te mailen. De gitaar is voorzien van een Echo Indigo I/O-geluidskaart, geluidsopname- en bewerkingssoftware, en zou een behoorlijke bibliotheek kant-en-klare geluiden aan boord hebben. Het is onbekend wat de 'cybercaster'-gitaar gaat kosten.
x86-secret heeft een Pentium M-moederbord van DFI uitgetest, genaamd G5M100-N. Dit moederbord is van het formaat Mini-ITX, hetzelfde formaat dat ook door VIA wordt gebruikt voor hun EPIA- en Eden-platform. Het moederbord is bedoeld om gebruikt te worden in industriële applicaties, de kans is dus klein dat de DFI G5M100-N binnenkort ook in gewone winkels is te verkrijgen.DFI G5M100-NHet moederbord maakt gebruikt van de 855GME-chipset van Intel en biedt ondersteuning aan zowel Pentium M- als Celeron M-processors. Vanwege het industriële karakter van de G5M100-N zijn er maar liefst vier seriële poorten aanwezig. Drie daarvan zijn aanwezig in de vorm van een DB9-connector, waarvan er een ook in RS423-mode kan werken. De vierde is beschikbaar via een header op het moederbord zelf. Deze kan eventueel ook dienst doen als spanningsbron voor accessoires die 5V of 12V nodig hebben. Verder heeft het moederbord vier USB-poorten en twee netwerkadapters. Vanwege het Mini-ITX-formaat is er maar ¨¦¨¦n standaard PCI-slot en ¨¦¨¦n mini-PCI-slot op het moederbord aanwezig. Dit mini-PCI-slot vinden we ook terug in laptops en kan dus gebruikt worden om onderdak te bieden aan bijvoorbeeld een WiFi-kaart. Het standaard PCI-slot kan in combinatie met een risercard plaats bieden aan twee PCI-kaarten.
Om het moederbord uit te testen, moet er natuurlijk een processor op geplaatst worden, voorzien van een koeler. Helaas zijn koelers voor het Pentium M-platform niet los verkrijgbaar. x86-secrets gebruikte daarom een standaard koeler die normaal gesproken in 1U-behuizingen wordt gebruikt en zaagde deze op maat en werd met behulp van twee boutjes vastgezet. Hierop werd een 80mm-ventilator van Enermax geplaatst. Verder werd het moederbord uitgerust met twee 256MB PC3200 geheugenmodules van Corsair. Een WiFi-adapter werd in het mini-PCI-slot geplaatst en in het PCI-slot werd een GeForce4 MX440 geplaatst. Deze moet ervoor zorgen dat de geïntegreerde grafische core geen onnodige bandbreedte van het geheugen verbruikt.
In de eerste testen wordt er gekeken hoe drie verschillende processors, een 1,3GHz Pentium M met de Dothan-core, een 1,3GHz Pentium M met de Banias-core en een 1,3GHz Celeron M ten opzichte van elkaar presteren. Erg spannend is de uitslag niet. De Dothan weet door zijn grotere L2-cache van 2MB te winnen van de Banias met 1MB L2-cache. De Celeron M is hekkensluiter vanwege zijn kleinere L2-cache van 512KB. In een tweede test wordt er gekeken hoe een 1,7GHz Pentium M met 400MHz FSB en een 2,0GHz Pentium M met 533MHz FSB zich houden ten opzichte van een 3GHz Pentium 4 met 800MHz FSB, een Athlon XP 3000+ en een Athlon 64 3000+. Hieruit blijkt dat de 2,0GHz Pentium M aardig zijn mannetje kan staan. In sommige testen weet hij zelfs de desktopprocessors voor te blijven. In een aantal andere moet hij de Pentium 4 en de Athlon 64 voor zich dulden. De 1,7GHz Pentium M strijdt over het algemeen met de Athlon XP 3000+ voor de laatste twee plaatsen.
x86-secrets test ook hoe goed de verschillende Pentium M-processors en de Celeron M zich laten overklokken en onderklokken. Dit laatste is vooral interessant voor tweakers die een stil systeem willen samenstellen. Helaas biedt het BIOS van het moederbord geen mogelijkheden om de FSB, multiplier en het voltage manueel in te stellen. Gelukkig is er het programma MSR waarmee deze wel ingesteld kunnen worden, waardoor er naar hartelust kan worden geëxperimenteerd met het onder- en overklokken van een 1,7GHz Pentium M met Dothan-core.Het eerste experiment dat x86-secrets uitvoert bestaat uit het draaien zonder koeling. Het resultaat mag er zijn, want het systeem bleek op 1GHz nog steeds stabiel te draaien. x86-secrets raad het draaien zonder koeling wel af, want een cpu-temperatuur van 77,8 graden Celsius is waarschijnlijk niet erg gezond voor de processor. In het tweede experiment wordt er gekeken of het mogelijk is om met een koeler, maar zonder ventilator te draaien. Met succes, want de Pentium M blijk op 1,7GHz zonder actieve koeling stabiel te werken. In het derde experiment wordt er gekeken hoe goed een 1,7GHz Pentium M, met zowel de Dothan- als de Banias-core, en een 1,3GHz Celeron M zijn over te klokken. De resultaten mogen er zijn, de Dothan weet de 2,26GHz te halen, de Banias 2,08GHz en de Celeron M 2GHz.
- (cliquez ici pour suivre le lien)
- (cliquez ici pour suivre le lien)
- (cliquez ici pour suivre le lien)